In “Een heldere kijk op …” laten we collega’s en partners aan het woord. We geven een kijkje in de wereld van wateronderzoek.

Mathijs Dobbelaar aan het pipetteren

Stagiair Matthijs Dobbelaar trapt af en vertelt over een nieuwe meetmethode die binnen Aqualysis is ontwikkeld.   

Leeftijd: 23
Opleiding: Chemie aan Hogeschool Van Hall Larenstein
Woonplaats: Dronten
Stageduur en plek: Van september 2021 - februari 2022, op de afdeling Organisch 

Welke werkzaamheden heb je uitgevoerd bij Aqualysis?

Tijdens mijn afstudeeropdracht op de afdeling Organisch heb ik een methode opgezet en gevalideerd voor het meten van een aantal alcoholen en polaire oplosmiddelen. Hoe ik dit heb aangepakt? Ik heb eerst een vooronderzoek uitgevoerd en hieruit een methode opgezet. Deze methode heb ik geoptimaliseerd om zo snel en gemakkelijk mogelijk te zijn. Uiteindelijk heb ik een validatie opgezet en uitgevoerd.

Wat is je opgevallen bij het werken bij Aqualysis? 

De plezierige werksfeer. Iedereen was heel enthousiast en erg behulpzaam waardoor ik mij al snel op mijn gemak voelde. Daarnaast viel het mij op hoeveel kennis en ervaring er op de werkvloer aanwezig is. Ik heb veel bruikbare adviezen gehad.

Wat neem je mee naar een volgende werkplek?

Een hele berg aan ervaring! Hiermee bedoel ik niet alleen de theoretische kennis en lab vaardigheden. Tijdens mijn stage heb ik geleerd hoe belangrijk goede communicatie kan zijn. Dit zal ik zeker vaker gebruiken in mijn volgende werkplek, maar ook in het algemeen.

Wat is jouw gouden tip voor andere stagiairs die een soortgelijke opleiding doen?

Communicatie is essentieel. Praat met begeleiders, andere laboranten en medestudenten! Iedereen heeft ervaringen en kennis die voor alle projecten handig kunnen zijn. Het geeft duidelijkheid en je krijgt er inspiratie door. Ook is mijn tip om zoveel mogelijk te experimenteren in de labomgeving. Een mislukt experiment geeft nog steeds enorm veel informatie. Hoe meer je experimenteert, hoe beter de data te verklaren is en hoe beter je vervolgexperimenten waarschijnlijk zullen zijn.

Kan je iets meer vertellen over je onderzoek. Wat voor soort onderzoek heb jij gedaan?

De onderzoeksvraag van mijn project luidde: ‘Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de gewenste alcoholen en polaire oplosmiddelen valide gekwantificeerd kunnen worden in watermonsters?’ Om deze hoofdvraag te beantwoorden moest ik een methode opzetten, optimaliseren en valideren.

Wat is het resultaat dat je hebt behaald?

De methode staat en de validatie is bijna afgerond. De resultaten zien er veelbelovend uit. Ook heb ik een aantal praktijkmonsters voor de waterschappen geanalyseerd waarbij verschillende analieten zijn aangetoond.  De methode is dus goed toepasbaar!

Is deze methode een uitbreiding van een bestaande methode of een volledig nieuwe innovatie?

Het is een geheel nieuwe methode met bekende apparatuur. Er is een basis waarmee ik kon werken. Zo werkt de methode met een headspace GCMS (Headspace gaschromatografie). 
In het kort: een headspace analyse verhit monsters in een gesloten vial en injecteert vervolgens alleen de gasfase. Daarna wordt met behulp van een gaschromatograaf (GC) de analieten gescheiden op een capillaire kolom. De gescheiden analieten worden vervolgens geïoniseerd, gefragmenteerd en geïsoleerd met een massa spectrometer (MS).
Oftewel, voor dit soort metingen meten we alleen de gasfase boven een monster. Dit is ideaal voor de vluchtigere alcoholen en polaire oplosmiddelen van deze analyse. Deze stoffen hebben een laag kookpunt en gaan dus makkelijker naar de gasfase.

Waren er andere partijen bij dit onderzoek betrokken?

Voorheen werden deze monsters uitbesteed aan een commercieel laboratorium. Om deze methode te ontwikkelen heb ik voornamelijk samengewerkt met mijn stagebegeleider Wilma Oosterbroek en collega’s op de afdeling Organisch. Voor het meten van praktijkmonsters is er samengewerkt met collega's van Waterschap Vallei en Veluwe. Uiteraard is mijn stagebegeleider van school, Linda Weitering, ook betrokken.

Hoe ziet het waterlaboratorium van de toekomst eruit?

Zelf verwacht ik dat laboratoria in het algemeen, en zeker Aqualysis, steeds meer te maken krijgen met automatisering. Ik verwacht meer metingen over kortere periodes. Ook denk ik dat door de ontwikkeling van apparatuur, apparaten breder zijn in te zetten. Een analist kan daardoor verschillende onderzoeken bijna tegelijkertijd uitvoeren.

Tenslotte een persoonlijke noot, wat wil je gaan doen na je opleiding?

Ik zit te denken aan een baan in de analytische chemie. Wat precies weet ik nog niet, ik zit niet vast aan een specifiek idee. Ik ben nog heel algemeen op zoek naar iets wat goed bij mij past.